De Bedelingenleer en het Geestelijk Israël

 

Bijbelschool Gorkum

P. Bronsveld

de Bedelingenleer

 

 

De bedelingenleer ontleent haar naam aan de leerstelling dat Gods totale programma onderverdeeld kan worden in verschillende ( zeven ) bedelingen; tijdperken die volledig op zichzelf staan en waarin de Heer aparte bedoelingen met mensen en volken zou hebben.

Historische achtergrond:

De geestelijke verwording aan het begin van de negentiende eeuw:

 

Geestelijke stromingen in die tijd:

 

 

John Nelson Darby:

De 'nieuwe waarheden, inzake de 'bedelingen':

C. I. Scofield:

W. E. Blackstone

 

 

De bedelingenleer en de 'redding'

De bedelingen worden gezien als zeven tijdperken, waarin de Heer de mensheid op aparte manier op de proef stelt:

  1. Onschuld.
  2. Geweten.
  3. Menselijke regering.
  4. Belofte.
  5. Wet.
  6. Genade.
  7. Koninkrijk.

Gehoorzaamheid aan Gods speciale eisen brengt zegen; ongehoorzaamheid zijn toorn:

- Redding in het nieuwe testament, de bedeling van de gemeente: redding door geloof alleen.

- Redding in de bedeling van het koninkrijk (1000-jarig Rijk): gehoorzaamheid aan de wet.

Het evangelie van het koninkrijk:

Het evangelie van de genade:

Het eeuwig evangelie:

Wat Paulus 'mijn evangelie:

- noemt; een verdere ontwikkeling van het evangelie van de genade, waarbij Paulus zicht gegeven werd op het geheimenis': de gemeente.

De bedelingenleer en de Schrift

Belangrijke teksten voor deze leer:

bedelingenleer.

De schrift zou letterlijk moeten worden uitgelegd, waarbij men elk bijbelgedeelte op de respectievelijke groepen ( gemeente, Israël ) moet toepassen.

wat er staat.'

Gods eeuwig voornemen:

De bedelingenleer verdeelt Gods plan voor de eeuwen in afzonderlijk los van elkaar staande gedeelten, waarin Hij op afzonderlijke wijze met de mens handelt.

Men heeft geen oog voor de doorgaande lijn in de ontvouwing, van Gods plannen: er bestaat slechts één enkel reddings en herstelplan, waarbij Jezus Christus en die van Hem zijn, zijn gemeente, centraal staat !

Jezus' komst voorzegd; de boodschap van het oude testament:

 

Het 'ene reddingsplan' al in het oude testament ontvouwd:

Gen. 3:15; ---- Jer. 31:31; ---- Hebr. 1:1.2; ---- Dan. 12:8.9; ---- Matth. 13:16.17;

Joh 16:12,13; ---- Ef. 3:4-6.

 

 

Gods verbond met Abraham:

Het nieuwe verbond:

 

 

------------------------------

 

 

 

 

 

 

 

 

ISRAËL EN DE GEMEENTE: 2 uitgangspunten:

Het historisch uitgangspunt:

  1. God heeft altijd slechts één enkel geestelijk volk gehad, vertegenwoordigd door het overblijfsel van gelovigen in elke generatie.
  2. De beloften aan Israël waren aan condities verbonden.
  3. Israël was een type van de gemeente.
  4. Over de gemeente werd in het oude testament geprofeteerd in oud-testamentische beel-den.
  5. Christus was en is de enige hoop voor Israël. Joden zullen slechts behouden worden als ze Hem aanvaarden in de genadetijd.
  6. De eerste komst van Christus betekende de vervulling van de beloften aangaande de verlossing van Israël.
  7. Christus institueerde een joods-heidense gemeente.
  8. Al Gods beloften worden vervuld in Christus en in hen die van Hem zijn.
  9. God werkt volgens één enkel plan, dat wel verder uitgebouwd en geopenbaard wordt, maar in essentie niet verandert.

Het uitgangspunt van de bedelingenleer:

  1. God heeft twee volken: Israël en de gemeente.
  2. Gods beloften aan Israël waren niet aan voorwaarden verbonden, en zijn als zodanig nog steeds van kracht.
  3. Oud-Testamentische beloften, die blijkbaar niet letterlijk vervuld zijn, moeten hun vervulling nog in de toekomst krijgen.
  4. Hoewel Israël het type van de gemeente is, zullen die twee altijd afzonderlijke eenheden blijven.
  5. De gemeente, die de Heer institueerde, vormt slechts een 'parenthese', een tussenvoeging, een tussenperiode.
  6. Christus kwam de eerste keer om de Joden een aards vrederijk aan te bieden.
  7. Israël verwierp dit; reden waarom God gedwongen werd dit plan uit te stellen.
  8. De Heer institueerde een gemeente uit de heidenen.
  9. Israël heeft een aardse taak; de gemeente een hemelse taak

 

 

-------------------------------

 

Israël en de gemeente gescheiden?

Christus; heel zijn plan is rond de gemeente

geconcentreerd.

om te lijden.

Twee standpunten:

Onvoorwaardelijke beloften ?

vrucht draagt.

tot Abrahams zaad rekent, maar wie het niet

geestelijk is. ( vers 37 )

Voorbeeld: Jona profeteerde dat Nineve verwoest zou worden, maar men begreep dat de onderliggende conditie "bekering" was. Deze "belofte" werd dan ook niet vervuld.

worden ingevoegd.

Paulus over Israël:

"zogenaamde" ....

 

 

Het geestelijk Israël:

Golgotha heeft de scheidsmuur neergehaald.

 

 

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =

 

 

 

 

 

 

 

DE HERMENEUTIEK VAN DE BEDELINGENLEER

Hermeneutiek: De leer van de regels en hulpmiddelen die bij de uitlegkunde gebruikt worden, basis van de exegese.

Exegese: Studie van de letterlijke betekenis van ieder woord in een tekst.

De hermeneutiek houdt zich bezig met de boodschap die een bepaald bijbelgedeelte tracht over te brengen.

De aanhangers van de bedelingenleer geven voor, dat zij de enigen zijn die de bijbel letterlijk interpreteren naar de grammaticaal-historische methode en dat alle anderen de bijbel op een onjuiste manier vergeestelijken.

Ook bij de bedelingenleer vergeestelijkt men, als dit zo uitkomt.

 

Voorbeelden:

Op. 4:1: - Men neemt dit als een verwijzing naar de opname van de gemeente, terwijl dit gedeelte in werkelijkheid alleen maar spreekt van de geestvervoering van Johannes.

Matth. 10:16 - 23: - Scofield over dit gedeelte: "een verwijzing naar de bediening van de Joden om het evangelie te verkondigen in de grote verdrukking."

Matth. 28:19,20: - In werkelijkheid ‘de grote opdracht’ voor de gemeente Pettinghil (directeur van de bijbelschool, die Scofield stichtte): ‘De grote opdracht gaat pas in werking voor het overblijfsel van Israël na de opname van de gemeente.’

Daniël 12:2: De opstanding:

Darby: - Deze opstanding is een beeld van de opstanding van Gods volk dat als natie begraven is tussen de heidenen

Uitgangspunten voor de hermeneutiek:

  1. Sommige gedeelten hebben een letterlijke betekenis, andere een geestelijke.
  2. Sommige bijbelgedeelten zijn gericht aan het natuurlijk Israël andere aan het geestelijk Israël
  3. Sommige gedeelten hebben een geschiedkundige betekenis, andere een eschatologische. (verwijzend naar de toekomst)

De fout van de bedelingenleer:

 

In het algemeen interpreteren aanhangers van de bedelingenleer de begrippen van het oude testament in letterlijke zin, zonder rekening te houden met de geestelijke interpretatie die het nieuwe testament aan deze begrippen geeft.

De hermeneutiek van Paulus:

Jood: Rom. 2:28,29

Israël: Rom. 9:6; Gal. 6:16

Jeruzalem: Gal. 4:26

Nageslacht van Abraham: Gal. 3:29

Sion: 1 Petr. 2:6; Hebr. 12:22; Rom. 9:33

De stammen van Israël: Jak. 1:1

Het oude en het nieuwe verbond:

Bij de bedelingenleer gaat men ervan uit dat God door het 'herstel van Israël' de draad van het oude verbond weer opneemt. In zekere zin is dit de ontkenning van de waarde van het kruis.

Het nieuwe verbond:

  1. Voorspeld in het oude testament: Jes. 61:7; Jer. 31:31; Mal. 3:1; Gal. 3:16.
  2. Christus als Middelaar: Hebr. 8:6; 9:15; 12:24.
  3. Beter dan het oude verbond: Hebr. 7:18; 8:7; Gal. 4:24-31.
  4. In de plaats gekomen van het oude verbond: Hebr. 7:18,22; 8:6,13; 10:9.
  5. Voor Joden en heidenen: Rom. 2:28,29; Gal. 3:3-6,28,29; Fil. 3:3; Zach. 2:11; Rom. 15:8-12.

De bedelingenleer en de leer der laatste dingen:

De wederkomst van Christus wordt door het nieuwe testament heen omschreven met verschillende begrippen:

 

 

 

Aangezien het begrip "dag" dezelfde gebeurtenis omschrijft, kan de wederkomst door 4 begrippen omschreven worden:

 

 

1. verschijning; 2. openbaring; 3. komst; 4. dag

 

Parousia: 'Aankomst' of 'aanwezigheid' (vertaald in het nieuwe testament met 'komst'.)

1 Kor. 5:23; 1 Thess. 2:19; 3:13; 4:15; 5:23; 2 Thess. 2:1,8.

Epiphanias: 'Verschijning'; 'manifestatie' De wortel van dit woord is 'straling'; 'licht laten vallen over; 'licht geven; zichtbaar worden'.

Apokalupto: Ontsluiering; verschijning; manifestatie; 'geopenbaard worden; 'openbaring'.

Hemero: 'Dag'; Al naargelang de context. Ook 'periode'.

 

 

-----------------------------

 

Vier verschillende uitdrukkingen, die vier verschillende aspecten van dezelfde gebeurtenis beschrijven.

 

 

De aanhangers van de bedelingenleer zien in deze begrippen beschrijvingen van verschillende gebeurtenissen; afzonderlijk voor gelovigen en ongelovigen. Zij denken aan een 'komst' voor de gemeente, vóór de grote verdrukking, en een openbaring en verschijning aan de wereld na de grote verdrukking.

 

 

De laatste bazuin:

 

Bij de laatste bazuin gebeuren 3 dingen:

1. De bazuin zal klinken.

2. De doden in Christus zullen worden opgewekt.

3. De levende gelovigen zullen veranderd worden.

 

"Allen zullen zij niet ontslapen, maar allen zullen zij veranderd worden in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en zij zullen veranderd worden." ( 1 Kor. 15:51,52 )

 

"....want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel, en bij het geklank ener bazuin Gods, neerdalen van de hemel en zij die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achtergebleven zijn, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zo zullen wij met de Here wezen." (1 Thess.4:17)

De laatste bazuin in Openbaring 11:15,16:

"…….en de volkeren waren toornig geworden, maar uw toorn is gekomen en de tijd voor de doden om geoordeeld te worden en om het loon te geven aan uw knechten, profeten, en aan de heiligen en aan hen, die uw naam vrezen, aan de kleinen en de groten en om te verderven wie de aarde verderven." ( Op. 11:18 )

 

De laatste bazuin en de voltooiing van de gemeente:

".... maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer hij bazuinen zal, is ook voleindigd het geheimenis van God, gelijk Hij zijn knechten, de profeten heeft verkondigd." ( Op. 10:7 )

 

De laatste bazuin en de verdrukking:

"Terstond na de verdrukking dier dagen..... En Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal en zij zullen zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der hemelen tot het andere." ( Matth. 24-29,31 )

 

Verdrukking vóór de openbaring van Jezus Christus :( 2 Thess. 1:3-10.)

 

 

 

-------------------------------

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De leer der laatste dingen in het licht van de bedelingenleer:

Termen:

 

De toekomst in het licht van de bedelingenleer:

De taak van de gemeente wordt in deze bedeling volledig afgerond bij de 'opname van de gemeente'. Na een periode van verdrukking van zeven jaar, verschijnt de Heer aan Israël, met wie Hij een nieuw verbond sluit en dit uitwerkt in het 1000-jarig Rijk.

 

DE ZEVENTIG WEKEN VAN DANIËL:

 

Het doel van de 70 weken; Daniël 9:24:

  1. Om de overtreding te voleindigen; de maat van de zonde vol te maken.
  2. De zonde af te sluiten; letterlijk: zondoffers al te sluiten, Jezus' offer.
  3. De ongerechtigheid te verzoenen.
  4. Eeuwige gerechtigheid te brengen; de gerechtigheid door het geloof.
  5. Gezicht en profeet te bezegelen; ingaan van de eind- tijd; laatste dagen.
  6. Iets allerheiligst te zalven.

De eerste periode: Zeven weken, 49 jaar.

Herstel van Jeruzalem, na de opdracht van…….

De tweede periode: 62 weken, 483 jaar.

Tot aan het publieke optreden van de Heer.

De derde periode: "Hij zal het verbond voor velen zwaar maken" letterlijk: 'Hij zal het verbond bevestigen.'

3,5 jaar vóór en 3,5 jaar ná Jezus' lijden.

De wet was tot op Johannes, vanaf die tijd wordt het koninkrijk gepredikt en breekt baan.

Daniël 9:26,27: verschillende interpretatie:

 

In het midden van de laatste week wordt de gezalfde, Jezus, uitgeroeid, waarbij hij slacht- offer en spijsoffer doet ophouden.

 

Deze verzen naar de bedélingenleer:

 

De context van dit visioen:

 

 

--------------------------------------------

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mattheüs 23:29,39:

vers 36: "al deze dingen zullen komen over dit geslacht"

 

Opmerkingen:

1. De Heer richtte zich tot de geestelijke leiders van die tijd.

2. In vers 32 gebruikt hij bijna letterlijk de woorden van Daniel 9:24: "Maak de maat uwer vaderen vol."

3. vers 36: Vervulling van deze woorden voor "dit geslacht", zijn tijdgenoten.

4. vers 38: Letterlijk: "uw huis zal verwoest aan u overgelaten worden". De verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70.

 

 

Mattheüs 24:15: "de gruwel der verwoesting."

Marcus 13:14 en Lucas 21:20: Jeruzalem omsingeld door legers.

De gruwel der verwoesting: De romeinse offers na de verwoesting van de tempel.

 

De verschillende uitgangspunten:

1. Maranathaleer: Een 'tussenperiode' tussen de 69ste en 70ste week. ( K.v.O.: één aaneengesloten tijd: 490 jaar. )

2. Om de overtreding te voleindigen:

Maranathaleer: Om het vrederijk in te leiden. ( K.v.O.: om de maat van de zonde der Joden vol te maken. Matth. 23:31,32: ‘…de maat uwer vaderen.' 1 Thess. 2:15,16: 'de toorn is over hen gekomen tot het einde' )

3. Gezicht en profeet te bezegelen

Maranathaleer: De vervulling van Gods beloften voor Israël tot aan het eind van de 70ste week. ( K.v.O.: Na de kruisiging, als hoogtepunt van de heilsgeschiedenis, zijn de voorzeggingen in hun vervullingsfase gekomen.

Luc. 21:22: Dit zijn de dagen van vergelding, waarin alles wat geschreven is in vervulling gaat.' ( verwoesting van Jeruzalem) zie vers 24: "...en zij ( de joden ) zullen weggevoerd worden onder de heidenen en Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden.")

4. Iets allerheiligst te zalven

Maranathaleer: Aanvaarding van het koningschap in het 1000-jarig rijk. K.v.O.: Zalving van de gemeente. ( ? )

5. Na 62 weken zal een gezalfde worden uitgeroeid:

Maranathaleer: Jezus, aan het eind van de 69ste week.

K.v.O.: ná de 69ste-week - in het midden van de 70ste week.

6. Hij zal het verbond voor velen zwaar maken

Maranathaleer: de antichrist

K.v.O.: de Messias - Het verbond 'vastmaken'

"Het volk van een vorst zal komen .... " Onderwerp: het vólk; niet een vórst. "Hij" slaat op de knecht des Heren, die uitgeroeid zou worden.

 

Gaat de gemeente door de grote verdrukking ?

De schare, die niemand kan tellen. Waar komt deze vandaan?

Openbaring 7:9-14;

1. Wordt de gemeente voor de grote verdrukking opgenomen, dan moet 'de schare, die niemand tellen kan' in de grote verdrukking tot geloof gekomen zijn.

2. Hoe kunnen deze scharen tot geloof gekomen zijn zonder gemeente, zonder de Heilige Geest, zonder zending en evangelisatie ?

3. Men stelt dat het lijden van de grote verdrukking mensen spontaan tot inkeer brengt. Komt met door lijden tot geloof ?

Op. 9:20,21 en 16:9,11: er wordt uitdrukkelijk vermeld dat men niet tot geloof komt, zich niet bekeert.

4. Zonder prediking is het niet mogelijk om tot geloof te komen:

- ''Wie van de Vader gehoord en geleerd heeft komt tot Mij." ( Joh. 6:45 )

- "Hij heeft ons voortgebracht door het woord der waarheid." ( Jak. 1:18 )

- "Hoe zal men geloven zonder gehoord te hebben." ( Rom. 10:14-17 )

- "Het heeft Gode behaagd, door de dwaasheid der prediking te redden hen, die geloven." ( 1 Kor. 1:21 )

Er moet tijdens de grote verdrukking sprake zijn van prediking door de gemeente:

"Dit evangelie zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken en dan zal het einde gekomen zijn." ( Matth. 24:14 )

Matth. 24:29-31: "Térstond ná de verdrukking zullen de uitverkorenen verzameld worden."

2 Thess. 1:6-8: "verdrukking tot het einde, verkwikking bij de openbaring van Jezus."

Verdraaiing van gegevens over Jezus' wederkomst:

 

l. Toevoeging: 1 Thess. 4:15-17.

a) Er staat niet dat de gemeente van de aarde wordt weggevoerd naar 'de hemel.'

b) Er staat niet dat de gemeente zeven jaar bruiloft zal vieren.

c) Er staat niet dat de Heer ons tegemoet komt, maar dat wij Hém tegemoet zullen gaan.

'tegemoet in het Grieks: apanteesis.

In Hand. 28:14,15 - verwelkomt men de broeders, die áánkomen.

2. Weglating:

- Verkwikking bij de openbaring van Jezus Christus. ( 2 Thess. 1:7 )

- Uitzien naar de openbaring van onze Heer. ( 1 Kor. 1:7 )

- Het Koningschap (eerst) aanvaard, daarna de Bruiloft des Lams. ( Op. 19:6,7 )

= = = = = = = = = = = = = = = = = =