kvo 50e jaargang nummer 1 januari 1986
J.E.v.d.Brink
O P V O L G I N G
V a n d e R e d a k t i e
Menigmaal is mij de vraag gesteld, wat er met KvO gaat gebeuren als ik vanwege mijn vergevorderde leeftijd niet meer in staat zal zijn een actieve inbreng voor dit blad te leveren. Heb ik iemand die mijn opdracht overneemt? Bijna vijftig jaar heb ik in dit blad geschreven. Ruim twintig jaar onderscheidden mijn artikelen zich weinig van de denkwereld der historische pinksterbeweging.
In de wildernis van het christelijk denken had KvO destijds een paadje te midden van andere kronkelwegen. Ieder keerde zich immers naar zijn eigen weg, maar er was geen pad dat omhoog leidde. De volmaakte mens Gods die tot alle goed werk volmaakt is toegerust, die het doel van de weg moet zijn, bleef een verborgenheid. Niemand verwachtte de openbaring van de zonen Gods, die de zuchtende schepping bevrijden zullen. De ware geestelijke mens, die aan het beeld van Jezus gelijkvormig is, werd in het hiernamaals geprojecteerd. Door een verrassend wonder zou hij eenmaal bij de opstanding te voorschijn komen. Met de gemeente zou het bergafwaarts gaan, maar men bad om het herstel van Israël, dat de taak der christenen na hun verdwijning in een punt des tijds, zou overnemen. Verder bleven wij allen zondaars tot de dood.
Toen ik in 1960 geroepen werd mee te werken tot het houden van Holy-Ghost-meetings in het conferentie-oord Beukenstein, bemerkte het team dat deze doelstelling niet kon worden gerealiseerd. Wanneer wij met gelovigen om de doop in de Heilige Geest baden, bleken er vele hindernissen te zijn, zodat de zegen maar met moeite doorbrak. Wij zagen hoe christenen door machten der duisternis in hun geestelijke ontwikkeling afgeremd waren. In die periode van mijn leven werd de onzienlijke wereld een levende realiteit voor ons. Gelukkig werkte de Heer mee door profetieën, gezichten en openbaringen om ons te tonen dat wij een volkomen nieuwe weg moesten gaan.
Tijdens een bidstond van het Beukenstein-team kreeg ik opnieuw de opdracht te horen, die mij reeds in de pinkstergemeente in Amsterdam in 1936 voorzegd was. Ik moest de nieuwe inzichten met de daaruit voortvloeiende mogelijkheden op schrift stellen. Dit heb ik dan ook in KvO in gehoorzaamheid gedaan. In die jaren stelde de Here mij dit blad ook volledig ter beschikking.
In KvO begon ik de fundamentele waarheden aangaande het hemels Koninkrijk van het stof der eeuwen te ontdoen. Ik ontmoette hierbij in de onzienlijke en zienlijke wereld tegenstand, maar ik ging door. Ik schreef over God die enkel goed is, over de boze geesten die enkel slecht zijn, over Jezus die Heer is, over de mens die van nature goed is, maar veelal overweldigd door het rijk der duisternis. Ik trachtte inzicht te geven in de betekenis van de waterdoop, van de Geestesdoop en van de geestelijke begaafdheden. Ik keerde mij tegen een uitverkiezingsleer die het verzoenend werk van Jezus uitschakelt en tegen een erfzondeleer die de mens wezensgelijk maakt met de boze. In verband met de opstanding leerde ik, dat ons natuurlijk lichaam wordt afgelegd en dat ons geestelijk lichaam wordt opgewekt. Ik toonde aan dat een eeuwig oordeel begint bij het huis Gods, als de christenen van de demonen worden gescheiden. Dit houdt tevens een reële strijd in tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Ik voerde onze lezers naar de heerlijkheid van de eindtijd, wanneer Jezus Christus met zijn gemeente de overwinning behaalt in het hemelse Armagéddon. Ik bestreed de leer dat een kind van God niet gebonden kan zijn, want deze dwaling is de oorzaak dat vele christenen niet tot bevrijding kunnen komen.
De vraag of er nog iemand komen moet, die mijn taak overnemen kan, houdt in dat ik mijn werk niet zou mogen voltooien. Zij die na mij over de geëffende weg gaan, worden evenwel verzameld teneinde verder omhoog te gaan over de heilige weg die naar de top van de berg Sion voert. In een marathonloop nemen zij de fakkel over. De apostel zou hierbij opmerken: 'Ik wijs u een weg, die nog verder omhoog voert'. Dan komen de geestelijke begaafdheden ten volle tot ontwikkeling en de band der liefde verenigt de bergbeklimmers. Zo worden in de toekomende eeuw de herstellende krachten openbaar. In een visioen toonde de Here mij een week voor de conferentie in Vught, dat de aansluiting met deze stijgende weg, de fase is, waarin wij ons momenteel bevinden. In de nabije tijd zal men dan bouwen op het fundament, dat opnieuw te voorschijn is gekomen, en een ieder zie toe, hoe hij er op bouwt.
De nieuwe eindredacteur van KvO zal zich zeker beijveren om samen met zijn team en ondersteund door de leidende broeders van de gemeenten, verslag te blijven geven van de verdere ontwikkelingen in het Koninkrijk Gods. Het is immers voor onze lezers van groot belang, dat zij van de tijden en gelegenheden op de hoogte blijven. Met elkaar gaan wij zo de toekomende eeuw met vreugde tegemoet. De betrouwbare en bemoedigende tekst die ik voor 1986 aan onze lezers meegeven wil, is dan ook: 'Want Ik weet, welke gedachte Ik over u koester, luidt het woord des Heren, gedachten van vrede en niet van onheil, om u een hoopvolle toekomst te geven' (Jer.29:11).
zie voor andere artikelen kvooverz